Het eerlijke verhaal achter twee keer per week douchen
De zorg verandert. Dat is wel duidelijk inmiddels. Dat uit zich op verschillende manieren. Een goed voorbeeld in de praktijk is het aantal keer douchen per week. Waar het vroeger heel gewoon was dat de wijkverpleging cliënten elke dag douchte, gebeurt dat nu nog twee keer per week. In de eerste plaats is elke dag douchen helemaal niet goed. Maar het heeft simpelweg ook te maken met de totale hoeveelheid zorg die we met een beperkt aantal mensen moeten doen.
Mensen struikelen daar over. En dat begrijp ik heel goed. Ik bereid ze daar al in de intake op voor. Wanneer ik uitleg dat we met ons team zoveel mogelijk mensen willen helpen, begrijpt iedereen al snel dat je geen 80 cliënten elke dag kan helpen douchen. We begeleiden ze wel om zich zelfstandig te verzorgen, of met behulp van een mantelzorger. En natuurlijk douchen ze vaker wanneer dat medisch of qua hygiëne nodig is.
Mijn ervaring is dat als je uitlegt hoe het zit, oftewel het eerlijke verhaal vertelt, dat er dan veel respect vanuit cliënten en hun omgeving komt. Ik begrijp dat je als cliënt zoveel mogelijk zorg wil krijgen, dat wil ik als wijkverpleegkundige ook geven, maar het gaat gewoon niet meer. Door zoveel mogelijk samen te doen, kunnen we nog steeds alle cliënten helpen die ons nodig hebben.


"Ik begrijp dat je als cliënt zoveel mogelijk zorg wil krijgen, dat wil ik als wijkverpleegkundige ook geven, maar het gaat gewoon niet meer. Door zoveel mogelijk samen te doen, kunnen we nog steeds alle cliënten helpen die ons nodig hebben."
Zoals in mijn vorige column benoemd, leveren we de zorg (gelukkig) niet alleen. Dat ervaar ik ook echt zo. We werken samen met mantelzorgers, vrijwilligers en andere professionals. Het is voor ons allemaal wennen, maar iedereen begrijpt dat we elkaar nodig hebben en dat er wat moet veranderen om de zorg aan te blijven kunnen. Wat wel hetzelfde blijft is dat we blijven kijken naar hoe een cliënt het leven zo fijn en zelfstandig mogelijk kan leiden. Dat betekent dat we niet meteen in de zorgmodus springen, maar dat we naar andere mogelijkheden kijken. En de cliënt en zijn of haar omgeving daarbij helpen.