De eigen regie van de cliënt staat voorop
Als sociaal werker brengen we samen de hulpvraag in kaart en kijken we met de cliënt welk doel nodig is om dit op te lossen. De input van de cliënt is hierin het meest belangrijk. Als wij of een verwijzer een doel op gaan stellen voor hen, dan gaan we niet het maximale behalen. Het is belangrijk de motivatie van de cliënt te achterhalen. Waar wil die mee geholpen worden en/of zichzelf in ontwikkelen. Daar kijken we als eerste naar. Het komt voor dat achter de originele hulpvraag nog iets anders zit.
Zo had ik laatst een casus vanuit een WMO-consulent om mee te kijken naar de woonsituatie van een cliënt. Eigenlijk om te kijken naar een andere passende woonruimte. Toen ik kennis kwam maken begreep ik de bezorgdheid. Maar deze persoon zat heel erg op zijn plek. We moesten een paar stappen terug. Ervaart deze cliënt zelf ook problemen, of gaat het om angsten van anderen. De reden dat deze persoon in een hulpverleningstraject was gekomen, was een melding van de buren.
Dan is het eerst zaak om een vertrouwensband met iemand op te bouwen. Dat betekent naast de cliënt staan, niet erboven. We kijken naar wat iemand wil, hoe hij of zij het leven staat en borduren daarop voort. Wij kunnen van alles vinden, maar soms is het hoe iemand al jaren leeft en is het ok. Wanneer we twijfelen of iemand zijn of haar keuzes of handelingen kan overzien, maken we dit bespreekbaar. Desnoods in samenwerking met een arts of specialist. Maar we gaan uit van wat iemand zelf aangeeft.


"Wij kunnen van alles vinden, maar soms is het hoe iemand al jaren leeft en is het oké."
Het gaat in ons werk veel om vertrouwen. We stappen zomaar iemands leven in, mensen kunnen het gevoel krijgen dat ze hun eigen regie kwijtraken. Niet iedereen staat open voor hulp van anderen. We hebben ook te maken met zorgmijders. Mensen vinden het vaak heel spannend, soms door onwetendheid of door een minder prettige ervaring met hulpverlening in het verleden. Het is lastig als iemand er niet voor open staat, maar uiteindelijk zijn bijna alle problemen op te lossen of kunnen we de cliënt in ieder geval handvatten geven.
Belangrijk is om naast de cliënt te staan en niet hun controle over te nemen. Als hulpverleners hebben we die neiging wel, maar het is belangrijk dit vooral samen te doen en te kijken naar hoe iemand het leven wil leiden. Dat moeten wij niet voor ze invullen. We gaan uit van wat iemand zelf aangeeft te willen. De grens ligt hierbij wanneer wij denken dat of de gezondheid of de veiligheid in het geding komt. Dan gaan we met toestemming van de cliënt andere partijen betrekken, zoals bijvoorbeeld een huisarts.
Het draait er uiteindelijk om dat de cliënt de regie over zijn of haar eigen leven kan behouden. Dit is alleen mogelijk als er vertrouwen is.