Teveel aan mijn hoofd
''Begin dit jaar ging het niet zo goed met mij hier. Ik kon het huishouden niet meer bijhouden. Er was zoveel dat ik moest doen, dat ik maar op de bank ging zitten en niks deed. Ik had te veel aan mijn hoofd. Bij een organisatie voor specialistische geestelijke gezondheidszorg, waar ik in behandeling ben voor mijn schizofrenie en depressies, heb ik aangekaart dat ik het niet meer opgeruimd kreeg. Zij hebben toen Begeleiding Thuis van Santé Partners ingeschakeld. Ik kreeg ook angsten, durfde niet meer goed naar buiten, boodschappen doen werd bijvoorbeeld een probleem.”
Samenspel
“Ik weet wel wat trucjes om rustig te worden. Afleiding zoeken werkt. Wandelen bijvoorbeeld, maar vooral muziek luisteren en maken vind ik
fijn. Dan raakt mijn hoofd leeg en vergeet ik al mijn zorgen. En ik moet
mijn medicijnen slikken, die vergeet ik nooit. Maar het is niet zo dat ik
één ding moet doen en dat het dan in balans is. Het is een samenspel. Ook een vast ritme is belangrijk en goed slapen, en structuur. Lastig als
je alleen woont. Het vraagt discipline. Dan denk ik vaak: wat maakt het uit, en ga wat anders doen.”
Weer grip
“De Thuisbegeleiding helpt heel goed. Joke komt één of twee keer in de week en maakt een lijstje met dingen die ik kan of moet doen. Nu heb ik weer grip erop, ik wil er ook niet aan denken dat het weer stopt. Ik heb vaak veel gedachten, dat kan ik niet controleren. Daarom ben ik ook afgekeurd, ik zit in de WAO. In september ga ik werken op een zorgboerderij, dat heeft Joke geregeld. Ik had al dagbesteding aangevraagd, maar dat sluit niet aan bij wat ik nodig heb. Ik heb een opdracht nodig.”
Muziek maken
“Als ik muziek hoor, ben ik altijd benieuwd naar hoe het is opgebouwd,
ik wil het ontrafelen. Vaak ga ik het dan naspelen. Soms krijg ik ineens
zin om te spelen. Of als ik een beetje inzak, dan geeft spelen weer wat
energie. Dan pak ik mijn keyboard en ga ik wat proberen. Ik maak ook
samples, dat is heel creatief. Een stuk van mij was een keer te horen
op Radio. Als je met synthesizers bezig was, kon je iets insturen. Dat
heb ik gedaan. Ze vonden het goed! Ik heb geaccepteerd dat ik hulp
nodig heb. Het doet me goed. Ik heb vertrouwen in de artsen. Maar het is wel een lange weg.”
Joke, begeleider thuis: "Ik praat met Bart over hoe het gaat, wat hij nodig heeft, wat hij wil. Vanuit daar kijken we hoe we het kunnen organiseren."
Structuur
“Het was mij snel duidelijk dat alleen begeleiding thuis niet voldoende zou zijn. Er was achterstand op alle vlakken, in het huis, de post, de dagstructuur. “We hebben al een aantal mooie punten aangepakt in een half jaar tijd. Er komt nu elke week huishoudelijke hulp, ik help hem om structuur te krijgen in zijn administratie, huishoudelijke klusjes, zijn vitaliteit en zijn dagindeling, en hij gaat vier dagdelen per week naar de zorgboerderij. Hij moet wel stoppen met roken. En hij zou meer mogen wandelen, dat is goed voor hem vanwege zijn COPD, maar dan zou een wandelmaatje fijn zijn.”
Sociaal
“Het zelfstandig wonen is prettig voor hem, hij is gesteld op zijn privacy. En dat kan prima nu hij deze hulp krijgt. Hij is sociaal, hij heeft een maatje, een aantal vrienden, eet een paar keer per week bij zijn moeder en zijn broer komt regelmatig langs. Hij redt het wel. Iets gezonder eten is nog een uitdaging. Daar ga ik het nog met hem over hebben.”
*Om privacyredenen zijn de namen van Bart en Joke gefingeerd.